“Een oPPEPper voor ‘de patiënt’ en partner”
Het Patiënt en Partner Educatie Programma voor Alle chronische ziekten (PPEP4ALL) is een zelfmanagement educatie programma voor mensen met een (chronische) ziekte ‘de patiënt’, en/of zijn of haar ‘partner’/mantelzorger.
Het vormt een aanvulling op de medische behandeling. Het PPEP4ALL beoogt zowel de persoon met de chronische aandoening als ook zijn of haar partner, die handvatten te bieden die hen in staat stellen de psychische en psychosociale gevolgen, waar vrijwel iedere (chronisch) zieke en zijn omgeving nou eenmaal mee te maken krijgen, goed te managen en daardoor de kwaliteit van hun leven positief te beïnvloeden. De focus ligt op mogelijkheden i.p.v. beperkingen, op acceptatie en op het bevorderen van de autonomie en zelfredzaamheid van zowel de patiënt als de partner.
Het PPEP4ALL programma omvat acht groepssessies met elk een eigen thema. Na 3 maanden bestaat er de mogelijkheid tot een ankersessie wat een soort terugkom sessie is om de geleerde zelfmanagement vaardigheden in praktijk te blijven brengen (consolideren van gedrag).
Patiënten en partners zitten tijdens het programma in een aparte groep. In beide groepen komen vrijwel dezelfde thema’s aan bod.
Zoals u ziet is er één sessie waarin het thema voor patiënten en partners verschilt. In sessie 5 gaat de partnergroep in op het thema ‘Uitdaging voor de zorggever’, terwijl in de patiëntengroep het centrale thema voor die sessie ‘Angst & depressie’ is.
Elke sessie heeft een standaardopbouw van 5 vaste onderdelen. De duur van elke sessie bedraagt 90 minuten.
PATIËNT
Op 1 januari 2018 hadden 9,9 miljoen mensen in Nederland – 58% van de Nederlandse bevolking – één of meer chronische aandoeningen. Van de mensen van 75 jaar en ouder heeft ruim 70% drie of meer chronische aandoeningen. Een chronische aandoening gaat doorgaans gepaard met pijn, geestelijk lijden en/of beperkingen in functioneren.
In het algemene ziekenhuis heeft naar schatting 15-50% van de patiënten naast een lichamelijke ook een psychische aandoening.
In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) heeft driekwart van de patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) één of meer (chronische) lichamelijke aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten of diabetes.
Uit: Gezondheidsraad. Integrale zorg voor mensen met lichamelijke en psychische aandoeningen Den Haag: Gezondheidsraad, 2020; publicatienr. 2020/07.
PARTNER/MANTELZORGER
Mantelzorg is alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit diens directe sociale omgeving in Nederland.
1 op de 3 Nederlanders van 16 jaar en ouder gaven in 2019 mantelzorg, dit zijn circa 5 miljoen mantelzorgers. 830.000 mantelzorgers geven zowel langdurig (meer dan 3 maanden) als intensief (meer dan 8 uur per week) hulp.
9,1% van de mantelzorgers voelt zich zwaar belast (460.000 mantelzorgers)
1 op de 4 werknemers combineert betaald werk met mantelzorg
De verwachting is dat het aantal chronisch zieken de komende jaren fors zal toenemen. Van deze groeiende groep wordt in toenemende mate verwacht dat zij (zo mogelijk samen met hun omgeving) een actieve rol nemen bij het omgaan met de chronische ziekte(n) en de impact daarvan op het dagelijks leven. Dit is ook het gevolg van onze zogenaamde: ‘participatiemaatschappij’. In de medische behandeling van mensen met een chronische aandoening is er vaak weinig aandacht en/of tijd voor de psychische, psychiatrische en psychosociale klachten. Voor deze klachten zijn deze mensen dus meer en meer op zichzelf of op de omgeving aangewezen. Deze situatie doet een beroep op de zelfmanagement vaardigheden.
De doelgroep voor PPEP4ALL zijn alle chronisch zieken en hun partners/mantelzorgers. De groepsgrootte is 5-7 personen zowel voor de patiëntengroep als de mantelzorg/partnergroep.
Er kan zowel voor een heterogene groep, als voor een ziekte specifieke groepssamenstelling gekozen worden. Daarnaast biedt het PPEP4ALL zowel de persoon met de aandoening als ook de partner/mantelzorger een eigen zelfmanagement- educatie programma. Het betrekt dus het hele systeem bij het management van een chronische ziekte.
De mogelijkheden voor het deelnemen aan PPEP4ALL:
U kunt dus ook alleen het PPEP4ALL programma volgen.
Het begon allemaal met een Europees onderzoeksproject (2003-2005) waar Noelle Kamminga projectleider (voor Nederland) van was. Zij was in die tijd in het LUMC aan het promoveren op de psychosociale problematiek van de Parkinson patiënt en de partner (2004), en ontdekte dat er onvoldoende behandelmogelijkheden op dit gebied waren. Zij participeerde daarom in dit Europese project (EduPark) – een onderzoekconsortium van partners in zeven Europese landen (QLK6-2002-02674) – en richtte zich op de ontwikkeling van een psychosociaal educatieprogramma voor Parkinson patiënten en hun partners. Dit heeft geleid tot 7 Patiënt en partner Educatie handboeken in 7 talen.
De Nederlandse versie: het zogenaamde PEPP handboek (2006) werd de opmaat tot het PPEP4ALL (2013/2014). In de klinische praktijk bleek namelijk dat de zelfmanagement vaardigheden ziekte overstijgend kunnen worden ingezet en daarmee behulpzaam kunnen zijn voor iedere patiënt en mantelzorger in het omgaan met zijn of haar chronische ziekte dan wel mantelzorgtaken! Vanaf de oorsprong is naast het opdoen van klinische ervaring met de respectievelijke hand- en werkboeken ook wetenschappelijk onderzoek verricht naar het product en de productontwikkeling.
Naast het wetenschappelijk onderzoek is de voortdurende feedback van: verschillende zorgverleners, destijdse opgeleide PEPP trainers en PPEP4ALL-trainers, patiënten verenigingen en niet in de laatste plaats patiënten en mantelzorgers, essentieel voor een continu verbeterproces in zowel het opleiden van gecertificeerde trainers als de PPEP4ALL inhoudelijk.
Zo hebben we er nu bijvoorbeeld de ankersessie bijgevoegd. En hebben we onder andere samen met Ivido de digitale versie vorm kunnen geven.
Zeker gezien Corona een extra mogelijkheid om de psychosociale zorgverlening toch doorgang te kunnen laten vinden.
TOT SLOT: Het PPEP4ALL programma bouwt inmiddels voort op een stevige wetenschappelijke en klinische ervaringsbasis. Het wordt in steeds meer zorginstellingen aangeboden. Onze dank gaat daarom uit naar de onderzoekers, de oorspronkelijk opgeleide gecertificeerde PEP Parkinson trainers (destijds 250) en de nu gecertificeerde PPEP4ALL-trainers (450 met inmiddels landelijke dekking!) Dankzij jullie inzet en enthousiasme kunnen de patiënten en mantelzorgers hun voordeel met dit programma doen en komt het dus daar terecht waar we het allemaal voor doen!
Onmisbaar is en was ook de rol die patiënten en partners, als deelnemers aan de programma’s en onderzoek sinds 2003, hebben gespeeld. Hun ervaringen en feedback leverden en leveren nog steeds een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het programma en de wetenschappelijke onderbouwing ervan. Het allerbelangrijkste was echter dat al deze patiënten en partners/mantelzorgers ons, met hun persoonlijke verhalen en vaak positieve ervaringen met het programma, motiveerden en nog steeds motiveren om ons te blijven inzetten voor het uiteindelijke doel: De patiënt en partner de mogelijkheid bieden om m.b.v. dit programma om zelf de regie te (her)nemen over de kwaliteit van hun leven met een chronische ziekte en die positief te beïnvloeden.
TOT SLOT: Het PPEP4ALL programma bouwt inmiddels voort op een stevige wetenschappelijke en klinische ervaringsbasis. Het wordt op steeds meer zorginstellingen aangeboden. Onze dank gaat daarom uit naar de onderzoekers, de oorspronkelijk opgeleide gecertificeerde PEP Parkinson trainers (destijds 250) en de nu gecertificeerde PPEP4ALL-trainers (450 met inmiddels landelijke dekking!) Dankzij jullie inzet en enthousiasme kunnen de patiënten en mantelzorgers hun voordeel met dit programma doen en komt het dus daar terecht waar we het allemaal voor doen!
Onmisbaar is en was ook de rol die patiënten en partners als deelnemers aan de programma’s en onderzoek sinds 2003 hebben gespeeld. Hun ervaringen en feedback leverden en leveren nog steeds een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het programma en de wetenschappelijke onderbouwing ervan. Het allerbelangrijkste was echter dat al deze patiënten en partners/mantelzorgers ons, met hun persoonlijke verhalen en vaak positieve ervaringen met het programma, motiveerden en nog steeds motiveren om ons te blijven inzetten voor het uiteindelijke doel: De patiënt en partner de mogelijkheid bieden om m.b.v. dit programma om zelf de regie te (her)nemen over de kwaliteit van hun leven met een chronische ziekte en die positief te beïnvloeden.